Atari is algemeen bekend als pionier van de videospellen, maar produceerde ook flipperkasten in de late jaren 70. In vele opzichten ging Atari tegen de norm in, zowel in het ontwerp als in de stijl van hun machines. Alle geproduceerde Atari flipperkasten, behalve de enorme Hercules, waren zg. wide-body ontwerpen. De eerste machines hadden een score-display onder het speelveld, de printplaten zaten in de onderste kast. In 1979 beëindigde Atari de productie van flipperkasten en koos ervoor zich te concentreren op videospellen en (spel)computers. Hercules was de laatste flipperkast die op de markt is gekomen. Een paar prototypes werden ontwikkeld na 1979, maar werden niet uitgebracht.
Atari flipperkasten kunnen verdeeld worden in twee verschillende generaties, die Gen1 en Gen2 worden genoemd. Het overgrote deel van de geproduceerde flipperkasten werd gemaakt met het Gen1 bord. Alleen Superman en Hercules gebruikten het Gen2 systeem. Road Runner, waarvan slechts twee machines werden gemaakt, maakte gebruik van een Gen3 ontwerp dat nooit in productie werd genomen.
De twee generaties zijn gemakkelijk te onderscheiden, zowel in hun layout als in het aantal printplaten. Bij de Gen1 generatie zijn alle componenten op één grote printplaat geplaatst, die in de onderste kast onder het speelveld is gemonteerd. De Gen2 generatie gebruikt twee afzonderlijke printplaten in de kopkast, één processor- en één I/O bord, die met elkaar verbonden zijn via een 40 pins kabel. Hoewel alle Gen1-printplaten dezelfde basislay-out gebruikten, zijn ze niet uitwisselbaar. De printplaten werden geassembleerd specifiek voor de flipperkasten waarin ze zouden worden gebruikt waardoor niet alle componenten op de printplaat nodig waren. U zult een donorbord moeten inspecteren om te zien welke componenten daadwerkelijk zijn gebruikt, dus het kan zijn dat u extra componenten moet toevoegen.
Atari gebruikte een elektronisch ontwerp dat heel anders was dan de ontwerpen van andere fabrikanten uit die tijd. In plaats van een 8×8 matrix te gebruiken voor schakelaars en lampen, hebben Atari-machines afzonderlijke connectors en bedrading voor elke lamp en schakelaar. Dit resulteerde in een wirwar aan connectoren en draden. In enkele gevallen werden meerdere schakelaars aan elkaar gekoppeld wanneer ze dezelfde acties dienden uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is schakelaar 20 op de Superman flipperkast.
Een ander interessant kenmerk is dat de inzetlampjes niet aan en uit gaan zoals bij andere fabrikanten. In plaats van normaal "uit" te gaan, blijven de lampjes heel zachtjes aan. Wanneer een lampje "aan"gezet wordt, gaat hij van gedimd naar helder licht. Dit is met opzet gedaan om de levensduur van lampen te verlengen en vermindert zo de belasting op de gloeidraad van het lampje bij het in- en uitschakelen. Dit heeft echter tot gevolg dat de Atari flipperkasten miner geschikt zijn om LED-verlichting te gebruiken.
Met de Airborne Avenger flipperkast introduceerde Atari roterende spoelen, die voornamelijk werden gebruikt voor de flippers en de hole kickers. Uiteindelijk schakelde Atari over op standaard spoelen in plunjerstijl en bood Atari zelfs kits aan om de flippers met roterende spoelen om te bouwen tot flippers in plunjerstijl omdat er veel storingen werden gemeld.
Atarimuseum.nl is de trotse eigenaar van de "Time 2000" flipperkast.
En de officiële Field Service Manual.
Youtube video van het spel: